Na het debakel tegen de Zeelanders afgelopen ronde, moesten wij ditmaal thuis tegen DD Den Haag onze misstap rechtbreien. Als verslaggever ter plaatse heb ik uiteraard deskundig onderzoek verricht om te achterhalen wat de betekenis van de letters ‘DD’ is. Na een lange zoektocht kwam ik uit op de website van de desbetreffende schaakclub waar bleek dat het een Latijnse uitdrukking is: “discendo discimus”. Met de hulp van enkele online vertaalmachines is mij uitgelegd dat dit “Wij leren door de leren” betekent. Gezien de prestaties van de afgelopen tijd houden wij ons bij de Wijkertoren vooral bezig met verleren van het schaken, maar wellicht dat deze wedstrijd verandering kon brengen. Persoonlijk ben ik er overigens ook nog van overtuigd dat de clubnaam heimelijk laat doorschemeren dat mensen uit Den Haag een grote voorkeur hebben voor openingszetten met de d-pion…
Want bij een eerste ronde langs de borden bleken er bijzonder veel ‘geweigerd damegambiet’ (d4 en c4) en ‘London’ (d4 en c3) stellingen voor te komen. Toegegeven, dat lag vooral aan onze witborden, maar toch, erg opvallend. Blijkbaar is de absolute jeugdige onbevangenheid van ultrascherpe openingsvarianten vervaagd, vervlogen en vervangen door een ouwe-lullen ‘ik doe wel iets rustigs en simpels’ strategie. Dit is een positieve ontwikkeling.
Cas is nog niet zover. In een onverantwoordelijke scherpe opening had zijn tegenstander 1 minuut bedenktijd gebruikt om Cas te trucen, terwijl laatstgenoemde reeds 1 uur gepiekerd had. Cas heeft geleerd dat de 5e rij geen verstandige plek is om de koning te positioneren in een middenspel.
Jimmy speelde remise, en er valt hélémaal niks over te zeggen, zoals gebruikelijk. Het is zijn 3e dit seizoen. Jimmy heeft niks geleerd.
Rick kwam terecht in een positie die naar eigen zeggen ‘remiseaanbodwaardig’ was. In een tijdsbestek van vijf zetten overspeelde hij zichzelf volledig en de tegenstander hoefde alleen maar de zetten te volgen die hem vrijwel opgelegd werden om een paard te winnen (zie diagram): …b6; Pa6?? Lc8; Dxc6 Lb7 0-1. Rick heeft geleerd dat stukken winnen alleen goed is, wanneer het niet je eigen stukken betreft.
Erik werd door onze wrede teamleider zowaar op het eerste bord geplaatst. Dit is Erik al eerder overkomen en ditmaal speelde hij prima remise. Ik weet niet wat Erik hiervan geleerd heeft.
Richard was voorheen wel eens te betrappen op diepe, jeugdige, spectaculaire openingen, maar tegenwoordig lijkt hij steeds meer te beginnen te begrijpen dat ouwe-lullen openingen de toekomst hebben. In nota bene mijn variant van een c6-paard-afruil Siciliaan koos hij voor e5!?, terwijl mij altijd vertelt is dat d5! de principiële zet is. (Waarna tegenstanders tamelijk consequent drie zetten later allemaal hun sterke loper wegblunderen door dezelfde truc; dat is mijn ervaring tenminste.) De tegenstander bleek door de gaten in de zwarte stelling de overhand te krijgen en de partij ging verloren. Richard heeft geleerd dat als de tegenstander beter speelt, dan de kans op winst kleiner wordt.
BP speelde een soort stelling met een geblokkeerd centrum en met gehocusspocus op de flanken. Tegenstander had ruimtevoordeel, maar ik heb het gevoel dat dat alleen op grootmeester niveau een beslissende factor kan zijn. In de afwikkeling naar het eindspel leek het mij dat BP ietwat onder druk kwam te staan, maar blijkbaar viel dat wel mee, want vrij snel werd remise overeengekomen. Wedstrijdtechnisch gezien niet erg handig, want we hadden z’n puntje wel nodig. Ik weet niet of BP veel geleerd heeft hiervan, maar wat hij zou moeten hebben geleerd, is dat hij alles tot het bittere eind moet doorspelen. Das op z’n minst erg amusant voor de aanwezige toeschouwers.
Ikzelf maakte me weer schuldig aan dierenmishandeling. Mijn tegenstander plaatste een der paarden wat ongelukkig aan de rand in de opening, waarna het arme beest vervolgens op g7 tot diep in het eindspel geen daglicht gezien heeft. In het eindspel (zie diagram) moet de koning de d-pion bewaken en het paard de g-pion.
Mijn koning heeft vrij spel. Ik laat het aan u om het/een winstplan te vinden (uiteraard zag ik alleen de omslachtige versie, maar die was goed genoeg). Als dank kreeg ik daarna van Richard een aanmaning dat ik sneller had moeten winnen zodat we BP konden dwingen door te spelen… Wellicht terecht. Enfin, ik heb geleerd hoe men de ophokplicht in de praktijk uitvoert en waarborgt.
Partij van de dag kwam van Thomas. Al was het maar omdat hij de enige is die z’n partij naar mij heeft opgestuurd ten behoeve van de reportage. Hiermee neemt Thomas met marge de koppositie in de niet-existente competitie “aantal-diagrammen-in-het-verslag”. In een diepe variant van het Schots liet hij de koning in beginpositie staan en begon hij zelf een koningsaanval met …g5! (zie diagram) hxg5 h4!; Dh2 h3; g3 Lg2. Dit leverde een kwaliteit op en de vijandelijke koning kwam ergens op e3 terecht. En, zoals we al ergens deze middag reeds geleerd hadden, het centrum is voor de koning geen ideale plek in een middenspel. De lesstof direct toepassend in de praktijk scheurde Thomas het centrum open en betrok hij zijn dame erbij. Het was nog even oppassen niet zelf mat te gaan met Da8+ counter schaakjes, maar met grote voorzichtigheid lukte dit goed en kwam Thomas steeds meer gewonnen te staan mede dankzij een doorgebroken én ondersteunde h-pion. Toen hij uiteindelijk het puntje binnen hengelde, namen we het hem bijna niet eens kwalijk dat hij mat in 7 had gemist. U ziet het wel toch (zie diagram)?! Er volgde echter: …Df3; Dxf3 Pxf3; Kxf3 Txd2 0-1. Thomas heeft geleerd wanneer je kwam promoveren tot paard met schaak, dat dat altijd goed is.
Het moge een wijze les zijn geweest. De vraag is of wij na deze 3½-4¼ nederlaag de opgedane kennis de volgende wedstrijd in ons voordeel kunnen gebruiken. Dat zou dan moeten gebeuren tegen VAS al op 25 november in Amsterdam Oost. In de wandelgangen gaan er geruchten dat er twee teamleden erg verheugd zijn over de locatie van deze uitwedstrijd. Dus tot binnenkort!